Kwaliteit in de praktijk bij ambulante begeleiding

Verhalen

Kwaliteit in de praktijk bij ambulante begeleiding

Collega Mirjam neem je mee hoe ze dagelijks werkt aan kwaliteit van zorg

De ondersteuning die ik mijn cliënten bied ,wordt betaald voornamelijk vanuit de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Hiervoor vraagt de gemeente om te verantwoorden in evaluatiegesprekken. Deze evaluaties zijn dan ook meteen onze belangrijkste instrument van verantwoording en kwaliteitsmeting. Als ambulant begeleider doe je aan tijdschrijven: tijd die je daadwerkelijk besteedt aan de cliënt. Alle administratietijd mag ik niet schrijven, terwijl dat toch een taak is die ik moet doen. Ik heb een grote workload en dan weeg ik zorgvuldig af hoe ik mijn tijd zo slim mogelijk inzet. En dan moet ik dus keuzes maken. Zo kies ik ervoor om de BIT op een andere wijze toe te passen zoals de uitgangspunten die organisatie breed gedeeld zijn. Ik gebruik de BIT-vragen en onderwerpen als hulpmiddel al dit voor mijn client van toepassing is. Bijvoorbeeld om met mijn cliënten te praten over onderwerpen zoals gezonde voeding en sociaal netwerk.

Ik ondersteun bijvoorbeeld een client die eigenlijk weinig hulpvragen voor mij heeft. Hij kabbelt lekker voort en dan komt wel eens de vraag heeft diegene dan mij nog wel nodig. En dan is de BIT wel een waardevol hulpmiddel. Door de richtinggevende vragen set blijf ik vragen stellen zodat we in het gesprek bij de kern komen.

Ook is het interessant om te bekijken vanuit welk perspectief het dan voor de client wel lekker loopt. En is dat dan goed genoeg? Zelf geeft hij aan het loopt lekker en heeft geen hulpvragen, dus behouden wat hij heeft is al voldoende. Vanuit mezelf vind ik het dan soms best lastig om aan te tonen waarom mijn ondersteuning nog nodig is. Vragen en onderwerpen uit de BIT helpen dan om met hem het gesprek te voeren over een onderwerp als gezonde voeding.

Deze client is tenger gebouwd en heeft fysiek werk. Hij eet dan overdag 2 croissants en in de avond wat. We hebben dan samen het gesprek om wat meer tussendoortjes te nemen. Hij eet dan vooral chips en ik help hem dan op zoek te gaan naar andere tussendoortjes. Heel simpel is dan de actie: ga maar in de supermarkt kijken waar je allemaal uit kan kiezen. En in het volgend moment gaan we daar dan mee verder. Zodat hij zelf ontdekt wat hij nog meer kan eten en wat bij hem past.

Ook heb ik met de client een gesprek gehad over zijn sociale netwerk en contacten. Hij zegt dan al snel dat hij daar tevreden over is. En doorvragend kom je dan op onderwerpen wat het verschil is tussen mensen die je kent en je vrienden en wie in welke hoedanigheid iets van je kan betekenen. Met andere woorden op wie kan je terugvallen en om hulp vragen als je dat nodig hebt.

De afspraken en punten die we samen afspreken leg ik dan vast in zijn clientplan dat weer de basis is van de WMO-evaluatie. Ik vul dan niet nog eens de BIT cyclus in het ECD in. Dat zou dubbelop zijn.

Als je geen kwaliteitskader zou hebben zou je dan anders werken?

De BIT is een bouwsteen vanuit het kwaliteitskader. Ik voel om dit moment niet dat ik de BIT moet doen vanuit de organisatie Ons Tweede Thuis. Ik zie de BIT als een handleiding voor mezelf en pas het vrij toe. Sommige stukjes haal ik eruit en geef ik een plek in de evaluatie.

Hoe andere collega’s hiermee omgaan is voor mij niet helder.

Teamreflectie

Wel merk ik dan we binnen het team veel doen aan kennisdeling en dat is fijn. Ons werk als ambulant begeleider is best wel solistisch. We hebben een eigen teams kanaal waar we kennis delen en opslaan. Een mooi voorbeeld hiervan is dan dat een collega de ‘mandjes methode’ deelt. Dit is een manier om orde in de chaos te krijgen en prioritieten te stellen in bijvoorbeeld een gezin waarin veel speelt. Een manier van freestylen. Deze methode pas ik dan toe wanneer nodig. Het is fijn dat we dit zo actief delen. Dat is ook kwaliteitsontwikkeling.

Wat ik ook fijn vind dat we korte lijntjes hebben met het onderling samenwerken. En we hebben een periodieke structuur van vergaderen dat ook goed werkt: 2 x per maand vergaderen. 1 x per maand is er een teamvergadering waarin we onderwerpen bespreken die ons allen aangaan zoals wachtlijst.

Daarnaast hebben we ook intercollegiaal overleg en dan bespreken we een casus van een client waar je dan op dat moment mee zit. Dan bereiden we dan voor om de beurt. Maar mocht een collega een urgente casus hebben dan zijn we flexibel en gaat die casus voor. Zo helpen we elkaar echt verder. Die ervaring heb ik zelf. Zo ondersteun ik een client waarbij ik alles op de achtergrond aan het voorbereiden was voor begeleid wonen. En op het laatste moment wilde de client ervan afzien vanwege het financiële perspectief. In mijn eerste reactie voelde ik irritatie. Ik had immers al dat werk op de achtergrond voorbereid. En in het gesprek met mijn collega’s hebben zij mij geholpen welke rol ik dan het beste kon aannemen. Zij deelden mij ervaringen en inzichten om het vanuit andere perspectieven te belichten i.p.v. mijn eigen perspectief. De tip was: zoom in om de consequenties voor de client. De hulp van de collega’s had ik echt even nodig ter voorbereiding.

Teamreflectie via de methode vanuit de bouwsteen

Mijn locatiemanager gaf aan dat we de teamreflectie nog moeten doen. Het is fijn omdat echt live te doen en dat was vanwege corona niet mogelijk. Deze reflectie staat nu gepland. En dan gaan we onderdelen bewust doorlopen. Dat kan wel een meerwaarde hebben. We doen al wel veel aan reflectie zoals hierboven beschreven.

Strategisch beleid

De locatiemanagers hebben met alle ambulant begeleiders, collega’s van Adviespunt en zorgbemiddeling overleggen georganiseerd over het strategisch beleid. Dat was een leuke sessie. Hieruit zijn 4 hoofdpijlers benoemd met 4 werkgroepen. Ikzelf zit in de werkgroep werken in de wijk WMO/WLZ aanbod in de wijk. Samen met een collega van Zorgbemiddeling en een collega ambulante begeleiding  van Amstelland. Zo werken we regio overstijgend samen. Ik vind deze informatie-uitwisseling op diverse niveau belangrijk en waardevol. Dat is ook werken aan kwaliteit. Met elkaar de verbinding aangaan. Zo is er een grote sociale kaart en veel aanbod en dan is het een mooie onderzoeksvraag hoe we cliënten hiermee kunnen ondersteunen en hoe het aanbod ook bekend is bij de cliënten.  Mijn locatiemanager ziet het belang hiervan in en ze geeft ons dan de ruimte en de tijd om hiermee aan de slag te gaan.

Sessie arbeidsmarkt + werkplezier

Ik was bij het gesprek aanwezig met Roel en Petra over arbeidsmarkt en werkplezier. Wat gaat goed en wat kan beter stond centraal. Er is veel onvrede gedeeld, over bijvoorbeeld rooster en ontwikkelmogelijkheden. Dit soort sessies draagt ook bij aan kwaliteit. Overstijgend werken en denken.

Eigen ontwikkeling

Ik heb zelf de ontwikkeling gemaakt van leerling, werken op groepswonen, begeleider, overstap naar het ambulante team en sinds kort doe ik een combi van ambulant werken en het DigiTeam. Dat werkt heel prettig.

Tot slot een puntje van aandacht

In het DigiTeam zijn we bezig met het voorbereiden van de uitrol van het nieuwe ECD. Daarin hebben de key users een belangrijke rol. Deze groep heeft tijd nodig. Dat komt dan bij het MT terecht en de extra tijd wordt niet gegeven. Dit hoor ik wel vaker in de organisatie.